Beantwoording schriftelijke vragen over woningbouw in natte gebieden

Door Redactie op 19 februari 2024

Beantwoording schriftelijke vragen van de PvdA, AWP, Water Natuurlijk en Natuurterreinen over woningbouw in natte gebieden

Onlangs stelde de PvdA samen met andere fracties schriftelijke vragen over woningbouw(voornemens) in natte gebieden. Het college heeft inmiddels de vragen van antwoord voorzien;

1. Is het college van mening dat met oog op klimaatverandering- en adaptatie het onverstandig is om nieuwe wijken te bouwen in natte gebieden?
Bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen is het van belang om nog meer te kijken naar de draagkracht van het bodem en watersysteem. Bij de locatiekeuze voor woningbehoefte dient volgens de ladder van duurzame verstedelijking eerst
gezocht te worden binnen bestaand bebouwd gebied (verdichting en inbreiding). In een land waar de ruimte schaars is en de hoge en droge delen op veel plekken zijn volgebouwd zal worden gezocht naar alternatieve locaties voor de benodigde woningen. Over deze keuzes van gemeenten voor nieuwe locaties adviseren wij als waterschap al vroeg aan de voorkant in het planproces. Het bodem en watersysteem is voor ons bepalend voor ons advies waar en op welke wijze bebouwing plaats kan vinden. De gevolgen van klimaatverandering versterken dit nog eens.

2. Past een ontwikkeling als deze in het beleidsvoornemen ‘water- en bodemsturend’?
De betreffende locatie lijkt vanuit het principe van water en bodem sturend in eerste instantie niet de meest logische gezien de lage ligging t.o.v. andere gebieden. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat het een gevarieerd gebied betreft met erg laag en natte delen en wat hoger gelegen gebieden. De gemeente Apeldoorn heeft in 2022 in haar Omgevingsvisie het Beekbergsebroek aangewezen als zoekgebied voor o.a. nieuwe woninglocatie waarbij met de
ligging en inrichting van het gebied rekening wordt gehouden met het bodem en watersysteem en de veranderende omstandigheden als gevolg van klimaatverandering. Zo worden de woningen gebouwd op de hogere delen in het gebied en is extra ruimte gereserveerd voor water.

3. Is het Waterschap betrokken bij deze plannen?
Het waterschap en de gemeente Apeldoorn hebben doorlopend afstemming over ruimtelijke ontwikkelingen. Ook voor deze ontwikkeling vindt vanaf start van het planproces afstemming met het waterschap plaats. Het waterschap denkt mee en adviseert over de locatie en de inrichting.

4. In hoeverre wordt er bij deze plannen rekening gehouden met de (toekomstige) waterhuishouding? Zal er iets aan het waterpeil gedaan worden? Hoe pakt dat uit met het oog op het Apeldoorns kanaal?
Zie ook antwoord 2. In de plannen wordt rekening gehouden met meer water in het gebied. Enerzijds in de bodem (hogere grondwaterstanden) anderzijds in de toename van extremere neerslag. Waterpeilen (zowel in het grond- als oppervlaktewater) gaan in de toekomst toenemen. In de totale ontwikkeling van het gebied wordt hiervoor ruimte gezocht en gereserveerd. Wat betreft de relatie met het Apeldoorns Kanaal:

1. De ontwikkeling zal zich in eerste instantie focussen op het gebied ten oosten van het Apeldoorns Kanaal. Grenzend aan het Apeldoorns Kanaal liggen namelijk de hogere gronden binnen het Beekbergerbroek.
2. Waterhuishoudkundig wordt er in de verkenningen geen directe relatie / verbinding gezocht met het Apeldoorns Kanaal.
3. Het Apeldoorns Kanaal heeft als landschappelijke drager en als potentiële ontsluitingsroute voor het gebied (de wegen langs het Apeldoorns Kanaal) wél een rol.

5. Is het Waterschap om advies gevraagd? Zo ja, dan ontvangen wij graag uw advies.
Het advies wordt niet op één moment gevraagd en gegeven. Dit betreft een langjarige afstemming tussen gemeente en waterschap waarbij op meerdere momenten keuzes worden gemaakt. Het betreffende plan bevindt zich nog in een vroeg verkennend stadium en de formele consultatie van het waterschap is nog niet aan de orde. Van een formeel advies is in dit stadium dan ook nog geen sprake.

6. Hoe stellig positioneert het Waterschap zich richting gemeenten bij plannen in natte gebieden en hoe stellig adviseert het Waterschap in deze casus richting de desbetreffende gemeente?
In het ruimtelijk domein werken waterschap en gemeenten nauw samen. Medewerkers van het waterschap zoals accountmanagers en planadviseurs hebben structureel afstemming met collega’s van gemeenten. Zowel lange termijn plannen (zoals Omgevingsvisie) als korte termijn uitvoeringsprojecten worden altijd in overleg uitgevoerd. Zoals aangegeven is ook bij deze ontwikkeling al de nodige afstemming geweest en zullen er nog meer overleggen plaatsvinden. Het waterschap adviseert bij deze ontwikkelingen op het gebied van bodem en water. De keuze voor woningbouwlocaties is uiteindelijk de bevoegdheid van provincie en gemeente. Verschillende overheden werken integraal met elkaar samen en het principe van water en bodem sturend is niet alleen een randvoorwaarde vanuit het waterschap maar een verantwoordelijkheid van alle overheden.

7. Hoe groot is het risico op wateroverlast voor toekomstige bewoners in dit gebied?
Voor alle woningbouwlocaties geldt dat het risico op wateroverlast zo laag mogelijk wordt gehouden. Hierbij wordt ook rekening gehouden met toenemende mate van piekbuien. Hiervoor zijn waterschap en gemeente ook gehouden aan wettelijke normen (o.a. in de Waterschapsverordening) voor wateroverlast. Deze ontwikkeling zit nu nog in een verkennend stadium. Naast wonen moeten ook andere opgaven een plek krijgen, zoals water, energie, mobiliteit, landschap en natuur. Om te kunnen toetsen aan normen zijn concretere en meer gedetailleerde ontwerpen nodig die er nu nog niet zijn.

8. Wordt het advies van het Waterschap ergens genoteerd, opgeslagen en gearchiveerd?
Wanneer de gemeente om een formeel advies op een bestemmingsplanwijziging vraagt of een vergunningsaanvraag indient worden onze adviezen en beoordelingen opgeslagen in ons archiefsysteem. Dit betreffen dan de formele adviezen van het waterschap. Op dit moment is voor deze ontwikkeling nog geen formeel advies ingediend.